Muskiet: eet geen suiker
GRONINGEN - Vergelijk je lichaam met een auto en het is eigenlijk snel duidelijk. Daar gooi je ook geen benzine in terwijl je een dieselmotor hebt. Dan gaat-ie namelijk stuk. Waarom mensen niet op dezelfde manier met hun lichaam omgaan en gewoon suiker blijven eten, is professor doctor Frits Muskiet -geboren en getogen op Curaçao- een raadsel. Suiker is namelijk slecht. Heel slecht. Het eten van suiker is misschien wel de belangrijkste oorzaak van vetzucht, ook wel obesitas genaamd.
Door onze correspondent
Christel van Bebber
Een flesje Fria op een kinderfeestje. Doe maar niet. Als ontbijt een witte boterham met jam. Helemaal fout. "Voor de aandacht op school is niet ontbijten dan nog beter," zegt Muskiet. "Het is slecht zo veel suiker ineens te nemen, vooral op nuchtere maag. Je insulineniveau schiet omhoog om die suiker weg te werken. Na enige tijd dalen de suikerspiegels zelfs tot onder het normale niveau. Daar krijgen je hersenen het knap benauwd van. Je kunt duizelig worden en je krijgt de behoefte om te eten. Zo ontstaat obesitas."
Al in 1996 werd in een gezondheidsonderzoek op Curaçao gewezen op het alarmerend hoge aantal te dikke mensen en mensen met obesitas op het eiland. Sinds die tijd werd het probleem alleen maar groter, bleek eind mei nog toen het rapport Obesity, the silent epidemic werd gepresenteerd in de Staten. Volgens de huidige cijfers lijdt 56% van de mannen en 68% van de inwoners aan overgewicht. Obees is 19% van de mannen -dat is bijna 1 op 5- en 36% van de vrouwen, meer dan 1 op 3.
Vergelijkbare cijfers zijn er op de andere eilanden, maar op Sint Eustatius blijkt zelfs de helft van de vrouwen obees. Vorige week nog werd bekend dat op Aruba 76% van de scholen aangeeft dat overgewicht en obesitas onder kinderen een probleem is.
Een voorbeeld. "Stel: je kind zit voor de tv of doet een computerspelletje, krijgt dorst en drinkt twee glazen cola," legt Muskiet uit. "De bloedglucose daalt uiteindelijk tot onder het niveau waarmee het kind naar de koelkast liep. De hersenen vertalen dit in een hongergevoel en het kind loopt binnen de kortste keren terug naar de koelkast om alles op te eten wat daarin te vinden is. Samengevat: het kind verricht geen activiteiten, neemt toch een grote hoeveelheid energie in de vorm van suiker en eindigt met honger. Dit is een belangrijke factor in het ontstaan van obesitas."
Met het veelgehoorde argument dat dik zijn nou eenmaal erfelijk is, hoef je bij Muskiet niet aan te komen. "Dikke kinderen worden dikke volwassenen en hebben meestal dikke ouders omdat die de kinderen dit eetpatroon meegeven. Dat heeft niets met erfelijkheid te maken."
Hij komt op dreef. "Van suiker word je vervelend. Dat zie je ook bij suikerpatiënten die teveel insuline hebben gespoten. Je wordt er agressief van. Je kunt gaan meppen. Je kunt je niet meer concentreren. Dat is funest. Vooral voor schoolgaande kinderen."
Frits Muskiet. Hoogleraar pathofysiologie en klinisch chemische analyse aan de Rijks Universiteit Groningen. Weet alles van de functie van zieke organen. Een patiënt ziet-ie nooit. Wel diens pus, bloed, ontlasting of ruggenmergvocht. Hij heeft zo zijn voorkeuren.
Humor heeft hij ook. Bij voorbeeld over de Vrije School waar zijn inmiddels 24-jarige zoon naartoe ging. "Daar werden wel eens koekjes uitgedeeld waarbij de tarwe rechtstreeks van het veld leek te komen. Misschien leef je er langer mee, maar het lijkt dan ook langer." En dan een schaterlach.
Elk mens heeft vet. Bij mensen met obesitas worden de gebruikelijke normen daarvan echter zo ver overschreden, dat de gezondheid gevaar loopt. Mensen met obesitas hebben een verhoogde kans op diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten, vormen van kanker, onvruchtbaarheid van de vrouw, gewrichtsklachten en nog veel meer andere aandoeningen. Met arbeidsongeschiktheid, een verminderde kwaliteit van leven en het steeds duurder worden van de gezondheidszorg als gevolg.
Het heeft te maken met een gebrek aan beweging. Natuurlijk. Maar ook met voeding. "We weten heel goed dat onze voedingsgewoonten niet goed zijn," zegt hij stellig. "Vis moet je eten. Groente en fruit ook. Maar vooral minder snelle koolhydraten, zoals suiker."
Hij predikt natuurlijk vanuit een ivoren toren. "Ik kan het vanuit de wetenschap beredeneren, maar je komt bij dure voeding uit als je alles goed wil doen. Dat is voor bepaalde bevolkingsgroepen gewoon niet haalbaar. Natuurlijk moet je opletten met het eten van slechte vetten. Maar de relatie vet - obesitas is nog onduidelijk. Snelle koolhydraten die je geen verzadigingsgevoel geven, daar gaat het om. Vervang die door eiwitten en goede vetten en beweeg dertig minuten per dag. Dat is al voldoende."
Specifiek onderzoek naar het gebruik van suiker in relatie tot obesitas op Curaçao deed Muskiet niet. "Maar Antillianen zijn zoetekauwen," weet hij. "Bovendien willen mannen een volle vrouw hebben zodat ze zich ergens aan vast kunnen houden. Het zou niet meer het schoonheidsideaal van de man moeten zijn om een dikke vrouw te hebben. Voor mannen zou het ook wat moeten uitmaken dat ze dik zijn. Maar dat soort dingen verander je niet zo maar."
Je voedingspatroon wijzigen is niet eenvoudig, maar sommige veranderingen kosten weinig moeite. "Je kunt jezelf en je kinderen makkelijk aanleren om minder suiker te gebruiken. Of gebruik iets anders, als je de zoete smaak niet wilt missen. Van suikervervangers word je niet dik," zegt Muskiet. "Dat mensen bang zijn om bij voorbeeld aspartaam te gebruiken is volkomen onterecht. Daar zou je hoofdpijn van krijgen of kanker, denkt men. Maar dat klopt niet. Dat is allemaal bijzonder goed onderzocht. Ratten hebben er kanker van gekregen, maar de doseringen die ze hebben gekregen zijn zo hoog dat het niet meer relevant is voor de mens. Je moet de risico's van suiker op een eerlijke manier afwegen tegen die van aspartaam."
"Geef je kind een klontje suiker en je kunt het eigenlijk net zo goed een sigaret aanbieden. Net zo slecht." Muskiet durft het hardop te zeggen, hoewel hij weet dat de wereld nog niet helemaal klaar is voor deze stelling. Nuchter:"Je gelijk krijg je toch meestal pas postuum."